woensdag 2 december 2015

Het laatste duwtje

Het eerste wat vanmorgen door mijn hoofd schoot, toen de wekker ging: 'Ik doe straks nog een dutje.' Drie dagen op rij laat naar bed eist zijn tol. Na een warme douche, een ontbijtje en de kinderen naar school brengen, voel ik de twijfel.

Wat ga ik doen? Terug naar bed, poetsen, naar buiten, solliciteren of sporten. Al snel heb ik nog twee opties over: (buiten) sporten of slapen. Van beide krijg ik waarschijnlijk energie. Ik heb even contact via WhatsApp met een vriendin en leg het haar voor. Zij voelt mijn twijfel en geeft me het laatste duwtje in de goede richting.

Tien minuten later start ik mijn hardlooprondje in de wijk. Trots op mezelf en blij met mijn vriendin die aanvoelt wat ik nodig heb en mijn 'stok achter de deur is'.


dinsdag 20 oktober 2015

De zilveren tip

Enige tijd geleden begaf ik me op een markt waar ik lang niet was geweest. Als je ergens lange tijd niet geweest bent is het meestal even wennen. Er is altijd iets veranderd; positief en negatief, omschakelen, zoeken, vinden en opnieuw zoeken. Net zoals in een winkel waar de producten verplaatst zijn naar een andere gang.

De plaatsen om te zoeken en vinden zijn verveelvoudigd ten opzichte van 15 jaar terug. Net als het aantal reacties van sollicitanten. De banen liggen niet voor het oprapen. Sollicitanten liggen hijgend voor de deur, net pitbulls. 'Hoe kom ik voorbij die hijgende massa?' vraag ik me keer op keer af.
Mijn coach dringt erop aan te netwerken en daarbij vooral niet te vragen om een baan. Dat voelt tegenstrijdig. Het gaat me nou net om die baan!

Om mijn weg te vinden in het doolhof van mogelijkheden volg ik gerichte trainingen. Zoveel mogelijkheden, weinig passende vacatures en een kleine kans op die job. Het is druk op de arbeidsmarkt. Rijen werkzoekenden, thuiszittenden, wachtenden mensen met een doel: Weer aan het werk gaan! Zo af en toe hoor ik een succesverhaal. Meestal door een gouden tip.

Wie o wie heeft voor mij de zilveren tip? Daar ben ik al heel erg blij mee.



LinkedIn profiel Nicole Peters

donderdag 8 januari 2015

Smartphone of kind?

'Mama, zit je nu weer op je telefoon', zegt mijn dochter van zes geirriteerd.
Ai! Dat komt aan. Ik weet dat ze gelijk heeft en toch verdedig ik mezelf. Daarna neem ik me voor niet zo vaak meer met mijn smartphone bezig te zijn. Die tijd en aandacht kan ik beter aan de kinderen besteden.

Het is duidelijk dat ik het verkeerde voorbeeld geef. De kinderen zijn net zo 'schermpjesgek' als ik en dat mag ook best veranderen. Het spreekwoord 'verander de wereld, begin bij jezelf' is hier van toepassing. En dat is moeilijker dan ik dacht. De 'app' staat niet stil, Twitter en Facebook blijven trekken en af en toe mail checken is geen overbodige luxe. Hoe pak ik dit aan?

Bij de zwemles van dochterlief word ik met mijn neus op de feiten gedrukt. In de kleedkamer is een moeder druk bezig met haar telefoon. Haar zoontje zegt wat, vraag iets en krijgt geen reactie. Hij herhaalt het en blijft het proberen. Zijn moeder reageert niet en na enkele minuten wordt ze boos omdat hij haar stoort en nog niet omgekleed is. Ik kijk vanuit mijn ooghoeken toe en verbaas me over haar gedrag. Wat doet ze nou? Waarom krijgt haar telefoon zoveel aandacht en gunt ze haar zoon geen blik waardig? Wat is er belangrijk op dat moment? Het jongetje moet naar zijn zwemles...

Ik herken het en bedenk me dat ik dit ook wel eens doe. Op andere momenten, maar toch. Alsof me een spiegel voorgehouden wordt. Ik schaam me. Wat is nou belangrijk? Mijn kind of mijn telefoon? Contact met mensen om me heen of mijn telefoon? Het is overduidelijk. Dit moet veranderen.

Na de zwemles volgt er weer een voorbeeld. Deze keer staat er een moeder in een overvolle kleedkamer te telefoneren. Ze kijkt geirriteerd om zich heen omdat het er zo luidruchtig is. Vol ongeloof kijk ik haar aan. Haar zoontje worstelt ondertussen met zijn zwembroek, handdoek, kleding en schoenen en zij heeft het niet door. Hoe is het mogelijk? Ik bied hem een helpende hand. De volgende keer kan ze hem afzetten en ophalen. Meer toegevoegde waarde heeft ze niet. En het jongetje weet dan dat hij er echt alleen voorstaat.

Wat is het goed om dit in de praktijk te zien en ervan te leren. Ik neem me voor het anders te gaan doen. Minder telefoon, meer echt contact! En dat heb ik na de eerste ervaring in de kleedkamer meteen toegepast.

Tussen het begin en einde van de zwemles moet ik toch naar mijn telefoon grijpen. Deze keer om een goede reden: de huisarts bellen. Mijn zoon voetbalt tijdens het zwemmen altijd in een naastgelegen sporthal en heeft zijn voet bezeerd. Daarvoor is mijn telefoon. Blij dat ik 'm altijd bij me heb, maar hij blijft vaker in mijn tas.